Bekijk onderstaande grafiek. We gaan het snijpunt van de lijnen
l en
m exact uitrekenen.
De formule van lijn
l hebben we in de
vorige oefening al bepaald:
yl = -3·x + 7
De formule van lijn
m bepaal je op dezelfde manier. Jouw taak!
Om je te helpen, krijg je de coördinaten van twee punten: (0, -
1 3/4) en (2,
6 1/4).
(Ik maak hier even gebruik van breuken.)De formule voor lijn
m wordt:
ym =
·x -
(Typ in het laatste vakje een kommagetal) Voor het
snijpunt geldt dat
de y-waarde van l gelijk is aan de y-waarde van m.
(De x-waarden zijn overigens ook gelijk, maar we maken eerst gebruik van de gelijke y-waardes.)
Oftewel:-3·x + 7 = 4·x - 1,75
We hebben nu een vergelijking gekregen, die we kunnen oplossen door bijv. gebruik te maken van de balansmethode.
Aan beide kanten van het =-teken doen we er +1,75 bij
-3·x + 8,75 = 4·x
Aan beide kanten van het =-teken doen we er vervolgens +3·x bij
8,75 = 7·x
Tenslotte delen we beide kanten door 7
x =
(Typ het getal in als kommagetal)Als je in de grafiek kijkt, zie je dat de lijnen elkaar inderdaad snijden bij x = 1,25.
Om de y-waarde van het snijpunt te bepalen, vullen we x = 1,25 in in de formule van lijn
l en voor de zekerheid ook in die van lijn
m.
y
l = -3·
1,25 + 7 = 3,25
y
m = 4·
1,25 - 1,75 = 3,25
Ook de y-waarde van 3,25 lijkt met de grafiek te kloppen.
Het probleem is opgelost: het snijpunt van de grafieken, nu even genoteerd m.b.v. breuken, is (
1 1/4,
3 3/4).